01.06.2021 -
Corporate - Intellectuele eigendomsrechten en ICT,
Private - Intellectuele rechten, ICT-recht & recht op privacy
EEN EINDE VOOR PATENT OP CORONAVACCINS?
De tijdelijke vrijgave van de patenten werd niet onmiddellijk met open armen onthaald. De Europese Unie stelt bereid te zijn om het voorstel
te bespreken, doch doet duidelijk nog geen concessies. We zien daaren tegen wel een bijzondere wijziging in de positie van de Verenigde
Staten. Waar de VS eerst weigerachtig tegenover het voorstel stond, verklaart de Amerikaanse ambassadeur voor Handel, Katherine Tai, dat
de VS het voorstel steunt en dat bijzondere omstandigheden vragen om bijzondere maatregelen. Het voorstel wordt inmiddels door meer
dan 100 landen gesteund.
De farmaceutische sector blijft evenwel gekant tegen de vrijgave van de patenten. Men stelt dat weinig landen effectief de capaciteit hebben
om meer vaccins te produceren als zij daar toestemming voor krijgen.
Daarnaast wijst men op de schaarste aan grondstoffen. Deze grondstoffen dienen optimaal ingezet te worden om hoogwaardige vaccins
af te leveren, waarbij de kwaliteit te allen tijde gegarandeerd blijft.
Deze stellingen worden evenwel tegengesproken, nu verschillende grote farmaceutische bedrijven in o.a. Israël, Canada, Bangladesh en
Pakistan stoten op de onwelwillendheid van de uitvinders van de coronavaccins om een samenwerking aangaande de productie op poten
te stellen. Alle partijen zijn akkoord dat de kwaliteit van de vaccins primeert, doch zelfs grotere farmaspelers hebben reeds kwaliteitsproblemen
ervaren. Zulks kan dan ook niet aangewend worden als argument tegen de opheffing van de patenten.
Bovendien vrezen tegenstanders dat de tijdelijke opheffing van patenten nefast zal zijn voor de innovatie. Overheden hebben echter wereldwijd
miljarden aan publieke middelen geïnvesteerd in de ontwikkeling en de productie van coronavaccins. Dit maakt dat een groot deel van
het risico reeds werd geneutraliseerd.
De vraag stelt zich of overheden de problematiek niet kunnen verhelpen door het opleggen van een dwanglicentie. Een dwanglicentie
zal de uitvinder dwingen om de mogelijkheid tot het produceren van de vaccins vrij te geven. Een dwanglicentie biedt echter onvoldoende
zekerheid, nu de uitvinder geen inzicht zal moeten delen over het productieproces.
De kennis over het productieproces, hetgeen bijzonder complex is bij de coronavaccins, is nochtans essentieel. De loutere vrijgave van een
patent zal niet volstaan. Het is dan ook uiterst belangrijk om de farmaceutische bedrijven te incentiveren om hun kennis van het productieproces
te delen als er een tijdelijke opheffing van de patenten komt.
Katrien Loyens
Advocate ConSenso